Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Financiering is de manier waarop wij de benodigde geldmiddelen aantrekken en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen beleggen. Dit gebeurt binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving geldt voor de gemeente een Treasurystatuut. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, beheersen en controleren. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-. Door de afronding op duizendtallen kunnen er afrondingsverschillen ontstaan.

Conform BBV moet deze paragraaf inzicht geven in de rentelasten en -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. Toerekening aan de taakvelden is gedaan met de rentepercentages die hieronder zijn genoemd.

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

De ECB heeft in 2021 een ruim monetair beleid gevoerd en de rentetarieven zijn laag gebleven.

De EMU-tekortruimte voor gemeenten in 2021 is vastgesteld op - 0,27% BBP.
De individuele EMU-referentiewaarde voor Nuenen is voor 2021 vastgesteld op € 2.406.000,-. Dit betreft geen norm maar een indicatie van het aandeel dat de gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.

Omschrijving 2021
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 3.071
2 Mutatie (im)materiële vaste activa 200
3 Mutatie voorzieningen 1.286
4 Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 286
5 Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0
EMU-saldo 4.843

De renteberekening voor activa mag conform BBV 25% afwijken op basis van begroting en werkelijkheid. De bouwgrondexploitaties wordt bij de jaarrekening op werkelijke basis toegerekend.

Renteschema Begroting Realisatie
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00% 2,00%
Rente grondexploitatie 0,58% 0,34%
Rente activa 0,50% 0,50%

In onderstaand schema is het renteresultaat berekend volgens BBV:

Stap Renteschema 2021 Totaal 2021
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen niet zijnde projectfinanciering 386
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierde grondexploitatie 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen die doorgezet zijn aan derden 82
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierd overig 0
De externe rentelasten over de verwachte nieuw aan te trekken korte en lange financiering -17
De externe rentebaten -8
Rente voorzieningen 67
1 Saldo rentelasten en rentebaten 510
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -246
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -82
2 Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -327
3 Rente over eigen vermogen 0
4 Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente (1+2+3) 182
5 De aan taakvelden toegerekende rente -245
Renteresultaat op het taakveld treasury (4+5) -63

Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld treasury, maar is niet het enige resultaat op dat taakveld. Ook bijvoorbeeld ontvangen dividend wordt geraamd op het taakveld, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Beleidsvoornemen financiering

Het beleid van 2021 is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. We houden daarbij rekening met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over 3 maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de huidige renteontwikkelingen op langlopende geldleningen zijn we niet voornemens om vast te houden aan deze strategie. 

Liquiditeit

Terug naar navigatie - Liquiditeit

In 2021 zijn de liquide middelen met kasgeldleningen gefinancierd met een rente lager dan 0% en is er een langlopende lening afgesloten.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De overheid heeft twee instrumenten voor het toetsen van het renterisico: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt moet een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld. Ook moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Stap Omschrijving Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 57.322 57.322 57.322 57.322
Percentage regeling 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
1 Toegestane kasgeldlimiet 4.872 4.872 4.872 4.872
Vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 25.000 0 0 0
Schuld in rekening courant 1.163 274 0 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 6 6 6 6
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0 0 0 0
2 Totaal vlottende korte schuld 26.169 280 6 6
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 8 16 29 26
Tegoeden in rekening courant 424 1.317 2.213 1.582
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 0 0 0 0
3 Totaal vlottende middelen 432 1.333 2.242 1.608
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 25.737 -1.053 -2.236 -1.602
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4) -20.865 5.926 7.108 6.474

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).

Stap Omschrijving Begroting Begroting na wijziging
1 Renteherzieningen 0 0
2 Aflossingen 440 440
3 (1+2) Renterisico 440 440
4 Begrotingstotaal 57.322 63.851
5 Percentage regeling 20% 20%
6 (4 x 5) Renterisiconorm 11.464 12.770
7 Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) 11.024 12.330

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet er als volgt uit:

Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker Looptijd rente oorspronkelijk 1-1-2021 31-12-2021
Van t/m
BNG 1996 2021 3,97% 282 19 0
BNG 2012 2022 3,17% 13.500 13.500 13.500
BNG 2005 2022 3,95% 3.500 3.500 3.500
BNG 2021 2022 -0,49% 25.000 0 25.000
BNG 2019 2024 -0,32% 30.000 30.000 30.000
NWB 2015 2027 1,21% 220 132 114
Prov. NB 2017 2027 0,00% 2.321 2.113 2.113
Totaal 74.822 49.264 74.227
Opgenomen langlopende leningen tbv woningbouw
Omschrijving Looptijd rente oorspronkelijk 1-1-2021 31-12-2021
Van t/m
NWB 2004 2024 4,59% 5.800 1.609 1.233
BNG 1991 2041 0,43% 1.180 851 824
6.980 2.460 2.057