In programma 3 is al gewag gemaakt van het stimuleren van algemene voorzieningen. Deze voorzieningen zijn vaak een aanvulling op professionele zorg of kunnen de zwaarte van de professionele zorg verminderen. Het is niet zo dat deze voorziening in de plaats van de professionele hulp komt. Met name in de jeugdzorg is dat van toepassing. Een kind dat een stoornis heeft zal die stoornis door een stelsel van algemene voorzieningen niet opgelost zien. De aanwezigheid van een praktijkondersteuner jeugd bij de huisartsen heeft in 2020 geleid tot meer doorverwijzingen naar het CMD (in plaats van directe verwijzingen door de huisarts naar gespecialiseerde vormen van jeugdzorg).

In 2020 hebben we het bureau GoodtoConsult onderzoek laten doen naar de relatie tussen verwijscijfers voor geïndiceerde hulp en de aanwezigheid van algemene voorliggende voorzieningen. Dit onderzoek maakt duidelijk dat de aanwezigheid van een adequaat niveau van voorliggende algemene voorzieningen een gunstig effect heeft op het voorkomen van verwijzingen naar duurdere vormen van hulp.

In 2020 zijn extra middelen uit de pot incidentele subsidies toegekend voor het stimuleren van algemene voorzieningen. 

In de loop van 2020 hebben we een concept jeugdbeleid opgesteld dat gaat over preventie voor alle kinderen. Belangrijke spelers die bijdragen aan het creëren van een positief opvoedingsklimaat zijn het CMD, LEVgroep en jeugdgezondheidszorg.