In de raadsagenda is opgenomen dat bestaande regionale samenwerkingen worden voortgezet. In het coalitieprogramma is vervolgens aangegeven dat de raad vaker geïnformeerd wil worden over wat er speelt binnen regionale samenwerkingsverbanden. Daarnaast heeft de raad tijdens de raadsvergadering van 2 juni 2022 een motie aangenomen. De raad wil meer invloed hebben op het (financieel) beleid van gemeenschappelijke regelingen, mede gelet op het aandeel dat de bijdragen aan deze regelingen hebben in het totale bedrag van de Nuenense begroting. Het portee van de motie is door het college omarmd, maar niet alleen het college heeft hierin een rol, ook de raad zelf zou hiermee aan de slag moeten. Om als raad echt invloed te kunnen hebben op gemeenschappelijke regelingen moet er afstemming zijn met andere gemeenteraden in de regio en de oproep aan de raad is dan ook met collega-raadsleden uit de regio in gesprek te gaan. Daarbij is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd per 1 juli 2022 om zodoende de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen en de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken.

De wens van de raad om meer betrokken te worden bij samenwerkingsverbanden bestaat al langer. In dit kader is er een werkgroep MRE (Metropoolregio Eindhoven) en een werkgroep SGE (Stedelijk Gebied Eindhoven). Beide werkgroepen bestaan uit 3 raadsleden en de direct betrokken ambtenaren bij de samenwerking. Zij hebben met enige regelmaat met elkaar overleg en wisselen informatie uit over actuele ontwikkelingen. De volgende stap is om de uitgewisselde informatie die voor de hele raad relevant is, breder te delen dan nu het geval. Hierbij wordt onder meer gedacht aan een terugkoppeling op hoofdlijnen vanuit het college en/of bij de werkgroep betrokken raadsleden tijdens oordeelsvormende avonden. De processen om tot een actuele samenwerkingsagenda SGE en een nieuw samenwerkingsakkoord MRE te komen bieden een uitstekende gelegenheid om ervaringen op te doen en een en ander in praktijk te brengen en uit te proberen. Op basis daarvan kunnen we mogelijk tot een werkwijze komen die recht doet aan de wens van de raad en behapbaar (qua tijdsbesteding) is voor zowel raad als ambtelijke organisatie. Deze werkwijze zou vervolgens in 2023 ook voor andere samenwerkingsverbanden kunnen worden geïmplementeerd.

Voor dit programma is de samenwerking binnen MRE en SGE relevant. De verwachting is dat de geactualiseerde samenwerkingsagenda SGE en het nieuwe samenwerkingsakkoord MRE in het eerste kwartaal van 2023 ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten. In 2023 gaan we vervolgens uitvoering geven aan de nieuwe samenwerkingsafspraken.