Het verenigingsleven wordt gefaciliteerd door het gemeentelijk subsidie- en accommodatiebeleid. Ons uitgangspunt is dat er geen verenigingen 'omvallen' als gevolg van de coronapandemie. Er is echter geen sprake van een onbegrensd budget, dus we kunnen niet alles subsidiëren. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Daarom doen we ook een beroep op de creativiteit en veerkracht van de samenleving om activiteiten mogelijk te maken. Daarnaast streven wij ernaar om, net als andere jaren, de pluriformiteit aan activiteiten te vergroten, waarbij we de activiteit subsidiëren en niet de vereniging of organisatie zelf. Het maakt met andere woorden niet uit wie de activiteit organiseert, als de activiteit maar wordt georganiseerd.

Instandhouding van activiteiten impliceert ook de aanwezigheid van voldoende vrijwilligers. In onze gemeenten zijn veel vrijwilligers actief, desalniettemin constateren we dat de behoefte van vrijwilligers verandert. In lijn met de landelijke trend zien we steeds minder vrijwilligers die zich minder intensief en gedurende lange tijd willen verbinden aan en inzetten voor een vereniging. Het vermindering van het collectieve verantwoordelijkheidsgevoel en de voorkeur voor afgebakende taken (in plaats van structureel en langdurig vrijwilligerswerk) ligt hieraan ten grondslag. Wij maken ons daar zorgen over. In het coalitieakkoord wordt deze zorg gedeeld. De acties die ertoe moeten leiden dat het vrijwilligerswerk een nieuwe impuls krijgt, zijn beschreven in de Nota vrijwilligersbeleid die is vastgesteld in 2020. Vanwege de coronapandemie hebben we hier helaas beperkt uitvoering aan kunnen geven. Zodra de mogelijkheden het toelaten zullen we hier intensiever mee aan de slag gaan.