Deze begroting is de laatste van deze bestuursperiode. We hebben er bewust voor gekozen om een beleidsarme begroting aan de raad voor te leggen. We willen ruimte laten aan het nieuwe gemeentebestuur om eigen keuzes te maken. We vinden het wel belangrijk dat de basis op orde is, zoals de expertise en capaciteit binnen de ambtelijke organisatie , en we willen onze kwetsbaarheid verminderen. Daarom hebben we in deze begroting extra middelen opgenomen, onder andere voor formatie-uitbreiding.

Budgettair is er op dit moment geen ruimte voor verlaging van de onroerendezaakbelasting. Wel is de totale lastendruk in 2022 gemiddeld 2,5% lager dan in 2021 doordat we de afvalstoffenheffing gelijk kunnen houden en de rioolheffing lager wordt (voor een gemiddeld huishouden).

We hebben in deze afweging ook betrokken de toekomstige ontwikkelingen van het gemeentefonds, zoals de herijking. Hierover is nog niets definitief bekend. Politieke besluitvorming moet nog plaatsvinden. Er staat dus nog niets vast en daarom kunnen en hoeven we hier niet op vooruit te lopen. Conform de richtlijnen van het Rijk en de provincie staat er in deze begroting niets over herijking van het gemeentefonds. Overigens is op dit moment de verwachting dat de herijking een negatief effect zal hebben op de begrotingen van kleinere gemeenten. We hebben gemeend dat het goed is dit (potentieel) risico te benoemen in de paragraaf Weerstandsvermorgen en risicobeheersing.