Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf verbonden partijen moet inzicht geven in de relaties van de gemeente in rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen zijn een manier om een bepaald beleidsvoornemen uit te voeren. Het aangaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publiek belang.

Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

Onder financieel belang wordt verstaan: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichting niet nakomt.

Conform artikelen 1, 5, 8, 9, 15, 26 en 36 van het BBV komen de volgende verbonden partijen aan de orde:

Gemeenschappelijke regelingen:

  • Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven;
  • Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven;
  • Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven;
  • Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuidoost te Helmond;
  • Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei te Mierlo;
  • Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening de Dommel (WSD) te Boxtel;
  • Gemeenschappelijke Regeling Reiniging Blink te Helmond.

Vennootschappen en coöperaties:

  • Naamloze Vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag;
  • Naamloze Vennootschap Brabant Water te Den Bosch.

Stichtingen en verenigingen:

  • Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond;
  • Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot.

In deze paragraaf wordt in tabelvorm elke verbonden partij uitgewerkt aan de hand van de volgende indelingen:

  • Doel en openbaar belang van de verbonden partij;
  • Algemene visie op en beleidsvoornemens over inschakelen van de verbonden partij: uitgangspunten waarom en wanneer we gebruik maken van de verbonden partij;
  • Veranderingen en ontwikkelingen van de verbonden partij;
  • Risico’s: welke andere risico’s zijn er bij deelname;
  • Afbreukrisico van geen deelname;
  • Alternatieven voor geen deelname;
  • Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging: wie zijn er betrokken bij de samenwerking;
  • Frequentie van terugkoppeling naar de raad;
  • Financieel belang: welke kosten horen bij de samenwerking;
  • Vermogenspositie en resultaat boekjaar van de verbonden partij.

De volgende afkortingen zijn gebruikt in de uitwerking van de verbonden partijen:
DB: Dagelijks bestuur.
GR: Gemeenschappelijke regeling.
NV: Naamloze Vennootschap.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - GR Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven (voorheen SRE)

GR Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven

 

Doel en openbaar belang

Per 1 januari 2015 is de Metropoolregio Eindhoven (MRE) actief. Het doel van deze strategische, bestuurlijke samenwerking is het behouden en het verstevigen van de internationale concurrentiepositie van de regio en spitste zich toe op de behartiging van de gezamenlijke belangen op de thema’s ruimte en wonen, landelijke gebied, economie, mobiliteit en energietransitie. Daarbij geeft MRE uitvoering aan het Stimuleringsfonds en dient het als betaalautoriteit Brainport Development NV.
Per 1 januari 2015 maakt het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) onderdeel uit van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven. RHCe heeft taken op het gebied van toezicht, behoud en openbaar maken van de cultuurhistorische informatie en is archiefbewaarplaats van de door onze gemeente en andere overheden in Zuidoost Brabant overgebrachte archieven.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Er zijn maatschappelijke opgaven die niet begrensd worden door gemeentegrenzen, maar juist veel verder strekken. Het is goed om deze opgaven dan ook samen met anderen op regionale schaal op te pakken, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de Nationale Brainport Agenda. Hierdoor worden (ontwikkelings)mogelijkheden beter benut. 
Daarnaast zijn wij via MRE vertegenwoordigd in de stichting Brainport en de triple helix. Deze stichting bepaalt de strategie van de ontwikkelingsorganisatie Brainport Development. Deze ontwikkelingsmaatschappij werkt samen met vele partners aan het versterken van Brainport Eindhoven door onder meer het ontwikkelen van de regionale economische strategie.
De gemeente brengt haar archief na verloop van tijd onder bij RHCe, voor zover deze documenten niet vernietigd (moeten) worden.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Metropoolregio Eindhoven
In 2023 is het Samenwerkingsakkoord 2023 - 2026 Metropoolregio Eindhoven gesloten. Hierin staan de gezamenlijke ambities, opgaven, doelen en afspraken waar de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant de komende jaren aan willen werken. Gezamenlijk streven we naar het behouden van de economische kracht in de regio en dit in goede banen te leiden met oog voor een fijne woon- en leefomgeving. De regio kent een grote economische groei en als gevolg daarvan zal de regio naar verwachting een schaalsprong ondergaan. Dit brengt positieve en negatieve effecten met zich mee. Er is een groeiende behoeft aan mensen, ruimte voor wonen, nieuwe bedrijfslocaties, een slimme bereikbaarheid en ook een passende sociaal-maatschappelijke infrastructuur. Tegelijker biedt dit ook kansen om welvaart en het welzijn van de inwoners van de regio te verbeteren. De uitdaging is om al deze opgaven gezamenlijk ter hand te nemen, zodat uiteindelijk iedereen kan profiteren van de economische voorspoed die de regio nu kent.

Op basis van het nieuwe samenwerkingsakkoord is voor 2023 en 2024 een werkprogramma vastgesteld. Ook blijkt dat voor uitvoering van de samenwerkingsagenda en het werkprogramma formatie-uitbreiding nodig is binnen de MRE-organisatie. Inmiddels zijn enkele vacatures ingevuld.

Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de gemeenschappelijke regelingen is het noodzakelijk om de huidige Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven te wijzigen. In 2023 heeft het gemeentebestuur kunnen reageren op de ontwerpregeling. Deze reacties zijn aanleiding geweest om aanpassingen te doen. De definitieve regeling wordt in het voorjaar 2024 ter instemming voorgelegd aan alle gemeentebesturen, zodat per 1 juli 2024 de gewijzigde regeling in werking kan treden.

Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe)
In 2016 is geadviseerd om het RHCe te ontvlechten uit de MRE-samenwerking, want dit is geen kerntaak binnen de samenwerking. In 2023 is besloten om het RHCe niet te ontvlechten. Huidige governance wordt in tand gehouden.

Gulbergen
De voorziening Gulbergen is nog niet afgewikkeld, omdat de voormalige stortplaats officieel nog niet gesloten is en de nazorg nog niet is overgedragen aan de Provincie Noord-Brabant. Het ziet er naar uit dat de nazorg van de stortplaats Gulbergen voorlopig niet aan de provincie wordt overgedragen in afwachting van onderzoek naar mogelijkheden om de toekomstige nazorgkosten te beperken.

In 2020 is de erfpacht afgekocht, waardoor MRE weer volledige zeggenschap heeft over de gronden in het gebied. Met de Belastingdienst zijn afspraken gemaakt over de btw-positie en dit heeft geleid tot een naheffing over de periode 2013-2022. Na een participatietraject in 2022 is er ontwikkelvisie opgesteld.

Afwikkeling geschil met Attero

De cassatieprocedure tussen de Brabantse gewesten en Attero over de minderlevering van restafval 2015 - 2017 is afgerond. Op 17 maart 2023 heeft de Hoge Raad in een definitief eindoordeel bepaald dat Brabantse gemeenten alsnog een boete moeten betalen aan afvalverbrander Attero. Deze boete is inmiddels betaald. Na discussie over de grondslag van de onderlinge verdeling van deze boete, heeft het Algemeen Bestuur besloten tot een verdeling op basis van tonnage. Alle gemeenten hebben vervolgens een factuur ontvangen, daarmee dit dossier is afgesloten.

 

Risico's

Op basis van de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen Metropoolregio Eindhoven (vastgesteld door Algemeen Bestuur in juli 2018) wordt bepaald wat de organisatie onder risicomanagement verstaat en welke uitgangspunten hierbij worden gehanteerd. Tevens is bepaald welke risico’s door MRE worden gedragen en welke door de deelnemende gemeenten. Als uitwerking van de nota zijn voor de MRE-organisatie de risico’s in beeld gebracht, geclassificeerd en financieel inzichtelijk gemaakt. Jaarlijks worden bij het opstellen van de begroting en jaarrekening deze risico’s opnieuw beoordeeld. De huidige stand van de algemene reserve bij MRE is voldoende om deze risico's af te dekken.

Afbreukrisico van geen deelname

Het risico is dat de gemeente Nuenen zich buiten sluit als zij niet deelneemt aan MRE. MRE is een belangenbehartiger van de regio en weet ook middelen bij anderen (veelal via cofinanciering) los te krijgen.


Alternatieven voor geen deelname

Naast MRE zijn er allerlei andere vormen van (gemeentelijke) samenwerking mogelijk. Zo werken de gemeenten Eindhoven, Helmond, Son en Breugel, Geldrop-Mierlo, Waalre, Veldhoven, Best, Oirschot en Nuenen op subregionaal vlak samen binnen Stedelijke Gebied Eindhoven. De agenda's van de beide samenwerkingsverbanden worden op elkaar afgestemd, zodat er geen sprake is van een overlap.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant, zijnde de gemeenten: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.

Algemeen bestuur: M. van Toorenburg (burgemeester), plv. lid: J. Tesser (raadslid)
Raadstafel21: H. Bonnier en M. Spijkerman (beide raadsleden)

Portefeuillehoudersoverleg Ruimte en Wonen: P. Kok (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Economie: B. van Stiphout (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit: S. Löwik (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Transitie landelijk gebied: S. Löwik (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Energietransitie: S. Löwik (wethouder)

Commissie van Advies voor Financiën: B. van Stiphout (wethouder)

Adviescommissie Gulbergen: B. van Stiphout (wethouder)

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad 

Structureel jaarlijks bij begroting (zienswijzeprocedure) en jaarrekening (ter kennisneming). Daarnaast ontvangt de raad twee keer per jaar een tussentijdse rapportage en wordt de raad tussentijds geïnformeerd over voor hem actuele ontwikkelingen.

 

Financieel belang

Opsplitsing bijdrage MRE

  • RHCe (regionaal streekarchief) € 99.198
  • MRE: Regionale opgaven € 94.448
  • MRE: Brainport development € 61.648
  • MRE: Stimuleringsfonds € 84.681

Totaal € 339.975


Het voorlopig resultaat 2023 voor accountantscontrole bedraagt in totaal € 833.753, waarvan € 392.903 voor onderdeel MRE en € 440.850 voor onderdeel RHCe.

Terug naar navigatie - GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven

GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven

 

Doel en openbaar belang
De omgevingsdienst is ingesteld om voor de deelnemers taken uit te voeren op het gebied van het omgevingsrecht en daarmee als uitvoeringsdienst van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage te leveren aan het realiseren en borgen van de door de gemeente aangegeven kwaliteit van de fysieke leefomgeving. 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
De ODZOB heeft een relatie met de partners in de GR en andere opdrachtgevers die wordt gekenmerkt door: bereikbaarheid, beschikbaarheid, snelheid en betrouwbaarheid waar het gaat om de levering van diensten en producten, de beantwoording van vragen en het voldoen aan verzoeken over de fysieke leefomgeving. Wettelijk moeten zogenaamde basismilieutaken waarvoor de gemeente het gevoegd gezag is uitgevoerd worden door de omgevingsdienst. Nuenen heeft ervoor gekozen alle milieutaken (basis- en verzoektaken) door de Omgevingsdienst uit te laten voeren.

Veranderingen en ontwikkelingen
ODZOB streeft er naar om in de toekomst voor alle deelnemers de brede Wabo- of omgevingstaken te gaan uitvoeren. Nuenen beschouwd de ODZOB op dit moment als uitvoeringsdienst voor de milieu- en omgevingstaken en ziet vooralsnog geen meerwaarde voor volledige uitvoering van de “brede” Wabo- of omgevingstaken door de ODZOB. Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en de Wabo vervallen. De omgevingsdienst ontwikkelt regionaal uitvoeringsbeleid voor diverse (basis)milieutaken. Het regionaal operationeel kader (ROK) handhaving en toezicht en vergunningverlening is in 2019 vastgesteld. Dit is doorontwikkeld. De opzet en uitvoering daarvan regiobreed uitgerold en in 2021 operationeel geworden. Regionaal en provinciaal worden daarmee dezelfde kaders en uitgangspunten gehanteerd voor de uitvoering van deze werkzaamheden. Gezamenlijk uitvoeringsbeleid voor bodemtoezicht is voorbereid maar nog niet geïmplementeerd. Met de Omgevingswet gaat een deel van de bodembevoegdheden van de provincie over naar de gemeente. Deze overdacht van taken is in 2022 deels opgezet en wordt in 2023 naar verwachting afgerond. Bij het behandelen van de begroting 2023 van de ODZOB is de verwachting uitgesproken dat de overdracht van de bodemtaken geen financiële gevolgen voor de gemeente zal hebben.

Risico's
In het geval de omzet achterblijft bij de verwachtingen zijn alle deelnemers aan de GR daarvoor (financieel) verantwoordelijk.
Omdat het gemeentelijk werkprogramma slechts een klein onderdeel van het totaal uitvoeringsprogramma van de ODZOB betreft is de gemeentelijke invloed op de omzet van de ODZOB slechts beperkt.

Afbreukrisico van geen deelname
Deelname voor wat betreft het basistakenpakket is wettelijk verplicht. Dit geldt niet voor de verzoektaken. ODZOB is er echter op ingericht om ook de uitvoering van verzoektaken voor haar rekening te nemen. Indien dit niet gebeurt is het financieel risico als gevolg daarvan voor de deelnemers van de GR.

Alternatieven voor geen deelname
Zoals gezegd is de deelname voor wat betreft het basistakenpakket wettelijk verplicht. Andere vormen van samenwerking worden soms gezocht voor specifieke taken die bij de ODZOB niet aanwezig zijn. Hiervoor wordt een beroep gedaan op andere regiogemeenten of adviesbureaus.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant en de provincie Noord-Brabant.
Algemeen bestuur: lid: P. Kok (wethouder), plv. B. van Stiphout (wethouder)

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Structureel jaarlijks driemaal (kadernota, begroting, jaarrekening); daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

Financieel belang 
Werkprogramma basistaken € 271.591,-
Werkprogramma verzoektaken € 82.515,-
Totaalbedrag werkprogramma € 354.106-
Opdrachten buiten werkprogramma € 113.085,- 
Eindafrekening werkprogramma -/- € 5.976,-
Verrekening stijging loonkosten binnen WP € 10.801,-
Verrekening stijging loonkosten buiten WP € 3.273,-
Collectieve taken € 40.441,-

De financiële realisatie op het werkprogramma is 98%. 
Grootste afwijkingen:
-    Minder besteed bij vergunningverlening (ca. € 5.500,-), milieuonderzoek en advies (ca € 15.000,-), bestuurlijk en ambtelijke ondersteuning (gerelateerde taken) (ca € 7.500,-).
-    Meer inzet op juridische ondersteuning (ca. € 19.000,-).

Terug naar navigatie - GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven

GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven


Doel en openbaar belang

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) behartigt de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: brandweerzorg, geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, rampenbestrijding en crisisbeheersing en de gemeenschappelijke meldkamer, door:

• Adequaat te reageren op spoedeisende hulpvragen van burgers, instellingen en bedrijven;
• Het organiseren en coördineren van geneeskundige hulpverlening in de regio;
• Het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en/of ongevallen bij brand en alles wat hiermee verband houdt, inclusief de coördinatie van de werkzaamheden op dit gebied;
• Het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Omdat veiligheidsrisico’s zich niet houden aan gemeentegrenzen én omdat veiligheid een complexe zaak is, is in de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) bepaald dat de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant de verantwoordelijkheid voor veiligheid onderbrengen bij VRBZO. Hierdoor werken de gemeenten op regionale schaal aan een veilige leefomgeving voor mensen die er wonen en verblijven, professionele hulp verlenen als het nodig is, waarborgen creëren voor fysieke veiligheid en voorbereidingen treffen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Oorlog in Oekraïne: gedurende het hele jaar 2023 had de veiligheidsregio een coördinerende rol in de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Vanuit een zogenaamde hublocatie in Eindhoven plaatsen Makelaars de vluchtelingen op de diverse opvanglocaties in de regio; gemeenten zijn verantwoordelijk voor de exploitatie. 

Regionaal Crisisplan: in 2023 is het geactualiseerde Regionaal Crisisplan 2024-2028 vastgesteld. Leerpunten uit de evaluaties van de coronacrisis, de opvangcrisis én de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's zijn hierin meegenomen. Door intensieve samenwerking is het crisisplan volledig afgestemd met en gelijk aan het plan van Veiligheidsregio Brabant Noord.

Ook is een Zorgrisicoprofiel Brabant-Zuidoost vastgesteld waarin wordt aangegeven welke incidenttypen relevant zijn voor de (niet)acute en publieke geneeskundige zorg. Per incidenttype worden de risico’s die de continuïteit binnen de zorgketen onder druk kunnen zetten of ernstig kunnen begrenzen beschreven.
Het zorgrisicoprofiel biedt de GHOR en de zorginstellingen de kans om samen gerichte plannen te maken voor de belangrijkste risico’s, zodat de kans dat de genoemde incidenttypes zich voordoen zo klein mogelijk is. En, mocht er toch iets gebeuren, de impact zo veel mogelijk beperkt wordt.

Voor de optimalisering van het aandeel Bevolkingszorg (gemeentelijke kolom) binnen de crisisbeheersing zijn de samenwerkingsafspraken tussen de 21 gemeenten geactualiseerd in vorm gegeven in een convenant. Aan het convenant is een uniform kwaliteitsniveau toegevoegd, met onder andere kaders voor bereikbaarheid en vakbekwaamheid. 

Ten slotte is in 2023 is de aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling VRBZO in procedure gebracht. De vaststelling van regeling is nagenoeg afgerond. 

 

Risico's

Eind 2019 is de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen 2020 - 2023 vastgesteld. De risico's van de organisatie zijn in de beleidsnota gebundeld tot drie onderwerpen waaraan een risicobedrag voor het weerstandsvermogen is gekoppeld:

- risico's in algemene bedrijfsvoering € 500.000 - € 1.000.000
risico's model brandweerzorg € 500.000 - € 1.000.000
- risico grootschalige ramp/crisis € 500.000 - € 1.000.000
- totaal benodigd weerstandsvermogen € 1.500.000 - € 3.000.000

Het is niet reëel dat bovengenoemde risico’s zich gelijktijdig voordoen. Tevens is de impact van een ernstig incident en de majeure wijzigingen in model brandweerzorg (nog) lastig te kwantificeren. Daarom houdt VRBZO rekening met een totaal risicobedrag van € 2,0 miljoen.
Het weerstandsvermogen bedraagt € 2,0 miljoen en hoeft derhalve niet te worden aangepast.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Deelname is een wettelijke plicht (Wgr, Wvr).


Alternatieven voor geen deelname

Geen alternatieven.

Deelname door 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant.


Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Algemeen bestuur: lid: M.J. Houben (burgemeester).

Dagelijks bestuur: lid: M.J. Houben (burgemeester).


Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks tweemaal (begroting, rekening) en halfjaarlijks (1e en 2e samenvatting van de bestuursrapportage); daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen over beleid en strategische keuzes binnen de Veiligheidsregio.

De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling waarborgen de betaling van rente en aflossing van de geldleningen die de Veiligheidsregio heeft gesloten, onder goedkeuring van gedeputeerde staten en volgens regels die het algemeen bestuur heeft vastgesteld. De waarborg geldt naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente van het betreffende kalenderjaar en indien de geldschieters dit wensen onder het doen van afstand van de voorrechten die de wet aan borgen toelaat.


Financieel belang

Algemene bijdrage € 1.127.000,-.


Terug naar navigatie - GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuidoost te Helmond

GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuidoost te Helmond


Doel en openbaar belang

De GGD heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg (PG) en de ambulancezorg (AZ).

De kerntaken zijn:

Infectieziektebestrijding (incl. TBC bestrijding, SOA-bestrijding/seksuele gezondheid, reizigerszorg en hygiënezorg)
Medische milieukunde
Bijzondere zorg
Forensische Geneeskunde
Toezichthoudende taken (kinderopvang, tattooshops)
Jeugdgezondheidszorg 0 –18 jaar/Rijksvaccinatieprogramma
Onderzoek en beleidsadvisering
Gezondheidsbevordering
Ambulancezorg

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

De gemeente kan profiteren van de professionele kennis en voorzieningen welke de GGD bezit en door de gemeente niet zelfstandig in stand gehouden kunnen worden. Tevens wordt door de samenwerking met de regiogemeenten een schaalgrootte bereikt die een efficiënte en effectieve aanpak mogelijk maakt tegen zo laag mogelijke kosten.
Een positieve bijdrage aan de gezondheid van de inwoners van onze gemeente en uitvoering van tal van wettelijke taken.
Naast de uitvoering van de wettelijke taken maken we als gemeente dankbaar gebruik van de diensten van het lokaal team gezondheidsondersteuning. Medewerkers uit dit team ondersteunen de gemeente onder meer bij projecten op het gebied van alcohol- en drugspreventie en het activiteitenprogramma van de werkgroep mantelzorg en Nuenen dementievriendelijke gemeente.
Tot slot levert de GGD ook waardevolle lokale onderzoeksgegevens (onder meer uit de gezondheidsmonitoren). Deze onderzoeksresultaten zetten wij in als beleidsindicatoren.


Veranderingen en ontwikkelingen

De belangrijkste ontwikkelingen waarmee de GGD te maken heeft gekregen in 2023 zijn:
·    Covid-19 bestrijding (testen, vaccineren, informeren).
·    HPV vaccinatiecampagne voor 18-26 jarigen.
·    Voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet.
·    Ondersteuning van onze gemeenten bij de regionale en lokale planvorming in het kader van GALA en IZA.
·    Uitbreiding van contracttaken zoals Wvggz-taken en de Wijk GGD’er.
·    Vernieuwing van de Jeugdgezondheidszorg (gestart met het vernieuwings-programma Generatie Gezond).
·    Opstellen van een nieuw regionaal spreidingsplan voor de ambulanceposten.
·    Implementatie van intelligente software voor planning en spreiding van ambulances.
·    Verbetering van de informatieveiligheid en de informatiehuishouding (archiefbeheer).
·    Intensivering van de samenwerking met GGD Hart voor Brabant bij Forensische Geneeskunde (invulling van de centrumfunctie die de GGD BZO heeft voor de regio Oost-Brabant).
·    Tekorten op de arbeidsmarkt van verpleegkundigen en artsen i.c.m. een personeelsverloop van 10% (extra inzet op werving en aantrekkelijk werkgeverschap).
·    Implementatie van het Lean gedachtengoed (continu verbeteren).
·    Implementeren van zelforganisatie.
·    Evaluatie en afronding van de bestuursopdracht.

 

Risico's

Als belangrijkste risico's worden gezien:

  • stijging van de kosten:
    • dat de loon- en materiële kosten sneller stijgen dan de in de begroting opgenomen indexering van de gemeentelijke bijdrage voor het gezamenlijke takenpakket en/of het NZA-budget voor ambulancezorg, en dat deze niet in de daaropvolgende jaren wordt rechtgetrokken;
    • dat door fusie, reorganisatie, conflicten etc. wachtgelden/frictiekosten dienen te worden uitbetaald die niet door gemeenten, derden of de lopende exploitatie worden gedekt;
    • dat als gevolg van (belasting)wet- en regelgeving de kosten meer dan gemiddeld stijgen en/of tot een naheffing leiden;
    • door toenemende arbeidsmarktkrapte.
  • Onvoldoende budget: dat om de paraatheid van de Ambulancezorg te handhaven er, bv vanwege een hoog ziekteverzuim of een groot personeelsverloop, te weinig budget is om de vervangingskosten te dekken. Daarnaast bestaat m.b.t. ambulancezorg een algemeen exploitatierisico op de omvangrijke materiële kosten;
  • uitvoering van noodzakelijke activiteiten zonder financiering: 
    • dat door een ramp bij PG veel extra inzet nodig is en/of waardoor het reguliere werk in gevaar komt.;
    • dat verplichte landelijke wet- en regelgeving bij PG leidt tot activiteiten waarvan de kosten nog niet zijn opgenomen in de begroting;
  • Extra kosten door organisatieverandering: dat, wanneer de aanwijzing voor ambulancevervoer niet meer aan de GGD wordt toegekend, een deel van centrale overhead niet meer wordt gedekt;
  • Extra kosten door verandering taakuitvoering: dat er (door externe ontwikkelingen) een wijzing in de taakinhoud optreedt waardoor er tijdelijk
    meerkosten ontstaan;
  • Extra kosten door afname van markttaken: het risico dat door marktomstandigheden er tijdelijk ongedekte kosten blijven bij de contracttaken voor het rijk en derden;
  • Beveiliging en (onder-)verzekering: dat toegewezen schadeclaims niet volledig worden afgedekt door de afgesloten verzekeringen;
  • Het risico dat zich ICT-beveiligingsproblemen voordoen;
  • Verbonden Partijen: dat bij liquidatie van een der verbonden partijen er claims aan de GGD zullen zijn;
  • dat er zich nog overige (personele) tegenvallers zullen voordoen waarmee nog geen rekening is gehouden.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Geen behartiging van onze belangen op dit gebied en niet kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen waaronder het in stand houden van een GGD.


Alternatieven voor geen deelname

Het zoeken naar andere instanties die uitvoering kunnen geven aan onze wettelijke taken op het gebied van openbare gezondheidszorg. Volledig afzien van geen deelname is geen reële optie i.v.m.de in de Wet Publieke Gezondheid opgenomen eis dat de gemeente een GGD in stand moet houden.

De volgende gemeenten behoren tot het werkgebied van de GGD Brabant Zuidoost: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
In dit gebied wonen ca. 790.000 mensen.


Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Algemeen bestuur: lid: N. Wouters (wethouder).


Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Er vindt in ieder geval terugkoppeling plaats bij de vaststelling van de begroting en wijzigingen daarvan en verder incidenteel als onze vertegenwoordiger bij de GGD dit wenselijk acht.

 

Financieel belang

€ 989.028,-

Terug naar navigatie - GR Dienst Dommelvallei te Mierlo

GR Dienst Dommelvallei te Mierlo


Doel en openbaar belang

Dienst Dommelvallei is het samenwerkingsverband van de gemeenten Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a. en Son en Breugel. In deze dienst zijn de bedrijfsvoeringstaken financiën, belastingen, personeel & organisatie, informatievoorziening en planning & control voor de drie gemeenten ondergebracht. Daarnaast hebben de gemeenten Son en Breugel en Nuenen c.a. de taken met betrekking tot werk en inkomen (sociale zaken en Participatiewet) en dienstverlening in Dienst Dommelvallei ondergebracht. Daarnaast voert de dienst ondersteunende activiteiten (administratie en applicaties) uit met betrekking tot zorg en welzijn (Wmo) en jeugd. Tot slot voert de dienst gemeentelijke taken uit voor de Wet inburgering die per 1 januari 2022 in werking is getreden en heeft de dienst leefgelden aan Oekraïense vluchtelingen verstrekt.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Bij de vorming van Dienst Dommelvallei is aangegeven dat de dienst moet leiden tot: meer kwaliteit, minder kwetsbaarheid, minder kosten en goed werkgeverschap.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

De start begin 2023 van de nieuwe directeur van de dienst is aangegrepen om een nieuw bedrijfsplan op te stellen dat medio 2024 gereed zal zijn. De overdacht van de belastingtaken van de dienst naar de Belastingsamenwerking Oost-Brabant is voorbereid en gerealiseerd. Naast uitbesteding van de belastingtaken is een traject in gang gezet om de bestuurlijke drukte en aansturing van de dienst te stroomlijnen. Daartoe volgt in 2024 een voorstel voor het algemeen bestuur van de dienst. 

 

Risico's

Eventuele overschotten/tekorten worden teruggestort naar of bijbetaald door de deelnemende gemeenten.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Indien de gemeente niet langer meer de uitvoering van bepaalde taken neerlegt bij de dienst, dient de gemeente deze taken zelf uit te voeren dan wel onder te brengen in een ander samenwerkingsverband. 

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door: de gemeenten Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a. en Son en Breugel

Algemeen bestuur: M.M. van Toorenburg (burgemeester), B. van Stiphout en N. Wouters

Dagelijks bestuur: M.M. van Toorenburg (burgemeester) en M. Arents (gemeentesecretaris)

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks bij begroting (zienswijzeprocedure) en jaarrekening en bestuursrapportages (ter kennisneming). Daarnaast worden van relevante zaken voor de raad mededelingen gedaan door het college in commissievergaderingen of hierover wordt een raadsinformatiebrief verstuurd aan de raad.

 

Financieel belang 

Gemeentelijke bijdrage 2023 € 7.252.936,- (inclusief begrotingswijzigingen).
De bijdrage is met kostprijsverhogende btw verhoogd, Dienst Dommelvallei is verplicht om inclusief btw te factureren.

Terug naar navigatie - GR Gemeenschappelijke regeling WSD te Boxtel

Gemeenschappelijke regeling (WSD) te Boxtel


Doel en openbaar belang

WSD is het sociaal werkbedrijf voor negen gemeenten en voert de werkgeversverplichtingen uit van de voormalige Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Ook ondersteunen zij, in het kader van de Participatiewet, inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt bij het vinden en behouden van (aangepast) werk. In 2023 voerde WSD voor inburgeraars met een lage leerbaarheid de Zelfredzaamheidsroute uit. De expertise, het netwerk en de infrastructuur van WSD vormt voor de uitvoering van deze taken een passende basis. 


Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Op basis van het vastgestelde koersdocument "Gezamenlijke doorontwikkelen" is in nauwe samenwerking met WSD een Lokaal Plan opgesteld voor de periode van 2022 t/m 2025. Het Lokaal Plan van de Gemeente Nuenen omvat deelprojecten waaronder de werkdiagnose AanZet en de aanpak voor langdurig bijstandsontvangers. De deelprojecten leveren een bijdrage aan de doelstelling dat elke inwoner kan participeren. In het koersdocument is een collectieve ambitie van een bezetting van 2.100 personen uit de doelgroep (Wsw en PW) eind 2025 vastgelegd, het zogenaamde break even scenario. In 2023 lagen we op koers in de groei naar deze collectieve ambitie. 


Veranderingen en ontwikkelingen

De omvang van de doelgroep uit de Participatiewet die bij WSD werkt, groeit gestaag. De krappe arbeidsmarkt leidt tot verhoogde uitstroom van doelgroepmedewerkers naar reguliere banen. Daarbij is de inzetbaarheid van de doelgroep uit de Participatiewet lager dan de inzetbaarheid van de Wsw populatie. In 2023 heeft WSD zich daarom door lokale werving en zichtbaarheid in de gemeente, gericht op het werven van de brede doelgroep. WSD beoogt hiermee een groter bereik van inwoners met begeleidingsbehoefte naar werk te realiseren. 

 

Risico's

WSD heeft een sluitende meerjarenbegroting waarin uitgegaan wordt van het volume van 2100 medewerkers vanuit de deelnemende gemeenten. Met het Stimulusprogramma voorzag WSD ook in 2023 in een compensatie van begeleidingskosten aan gemeenten, voor zover het rijksbudget daarvoor ontoereikend was. Dit stimuleerde gemeenten maximaal in te zetten op het realiseren van werken met loonkostensubsidie weg. 
Mogelijk vraagt WSD de deelnemende gemeenten een aanvullende bijdrage wanneer de collectieve ambitie niet gerealiseerd wordt. In 2023 is aanvullende financiering van de gemeenten niet nodig gebleken.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Hoog (bestuurlijk maar ook financieel als je zou besluiten om niet meer deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling).

 

Alternatieven voor geen deelname

Aansluiten bij andere gemeenschappelijke regeling of inkoop van diensten.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname aan de GR WSD door de gemeenten Best, Boxtel, Haaren, Nuenen, Oirschot, Oisterwijk, Meierijstad (alleen het verzorgingsgebied van de voormalige gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode), Son en Breugel, Sint Michielsgestel en Vught.

De heer N. Wouters (Wethouder en DB en AB WSD) en de heer T. van der Linden (raadslid en AB WSD).

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks bij begroting en jaarrekening (zienswijzeprocedure); daarnaast zo nodig incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

 

Financieel belang

Het SW-budget dat de gemeente ontvangt van het Rijk wordt volledig beschikbaar gesteld aan WSD voor uitvoering van de Wsw. De financiering van de trajecten voor de doelgroep van de Participatiewet vindt plaats in de vorm van loonkostensubsidie via het zogenoemde BUIG budget, waar ook de bijstandsuitkeringen uit worden bekostigd. De begeleidingsvergoeding LKS als bedoeld in plaatsing en begeleiding, wordt bekostigd vanuit het re-integratiebudget van de gemeente. Aanvullend worden op basis van maatwerk individuele re-integratiediensten afgenomen. 

Bestuurskosten € 9.189,-
Rijksbijdrage Wsw € 1.337.484,-
Begeleidingsvergoeding werken met LKS en re-integratiediensten € 339.737,-
Totale kosten € 1.686.410,-

 

Terug naar navigatie - GR Reiniging Blink te Helmond

GR Reiniging Blink te Helmond

 

Doel en openbaar belang

Het doelmatig uitvoeren van de afvalinzameling en de reinigingstaken die bij wet, in het bijzonder de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer, aan de gemeente zijn opgedragen en/of voortvloeien uit de aan de gemeente op grond van de Gemeentewet toevertrouwde zorg voor de eigen huishouding, binnen de kaders van het publiekrecht.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Actieve bijdrage aan de lokale vertolking van het landelijk beleid inzake preventie van huishoudelijk afval conform het vigerende Landelijk Afvalbeheerplan (LAP), met inachtneming van lokale accenten.
Verzekeren van de openbare dienstverlening wat betreft hoogwaardige inzameling en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van de uitvoering van reinigingstaken, dit alles binnen de grenzen van haar werkgebied.
Zorgdragen voor alle aanverwante activiteiten, zoals sortering, hergebruik en/of nuttige toepassing dan wel recycling van de huishoudelijke afval-/reststromen.
Belangrijk is dat binnen de samenwerking zonder winstoogmerk de kernactiviteiten met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen efficiënt en effectief worden uitgevoerd, zoals eerder omschreven, te weten preventie en projectbeheer, inzameling, reiniging, sortering en overslag, afzet en commercialisatie alsmede implementatie beheers- en controlesystemen in naam en voor rekening van de bij Blink aangesloten gemeenten en eventueel later aangesloten publieke partijen.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

In 2023 heeft BDO met het uitbrengen van een rapport verslag uitgebracht van een doorlopen strategisch onderzoek naar de toekomst van Blink en de positie van de private partner. Kort voor het uitbrengen van dit rapport gaf de private partner schriftelijk te kennen de deelname in de regeling te willen beëindigen. Vervolgens werden onderhandelingen met de private partij opgestart en werden twee werkgroep in het leven geroepen om de ontvlechting vorm te geven. Een raadsvoorstel om de regeling zodanig te wijzigen dat het uittreden van de private partij niet automatisch leidt tot liquidatie van de regeling, is in december voor zienswijzen in procedure gebracht. 

 

Risico's

Financieel risico voor deelnemers vanwege het ontbreken van eigen vermogen: bij budgetoverschrijdingen dragen de gemeenten de kosten.

Het risico van beëindiging van deelname in Blink door een of meerdere deelnemers wordt ondervangen door de plicht voor de uittredende gemeente om de achterblijvers schadeloos te stellen.


Afbreukrisico van geen deelname

Zelfstandige uittreding betekent schadeloos stellen van andere deelnemers. Aanbesteding en samenwerking met een andere afvalinzamelaar leidt tot veel minder flexibiliteit en minder invloed op de dagelijkse bedrijfsvoering en mogelijk tot hogere kosten (winstopslag private partij, meerwerk).


Alternatieven voor geen deelname

Aanbesteding van de taken die betrekking hebben op huishoudelijke afvalstoffen en reiniging van verhardingen. Deelname in een andere GR-constructie zoals Cure (de Gemeenschappelijke regeling van gemeenten Eindhoven, Valkenswaard en Geldrop-Mierlo).

Naast onze gemeente nemen nog acht andere gemeenten in de regio deel in de gemeenschappelijke regeling Blink.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Algemeen bestuur: lid: S. Löwik (wethouder)

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

  • Bij het vaststellen van de Begroting Blink;
  • Bij wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling;
  • Bij toetreding van nieuwe gemeenten;
  • Periodieke evaluatie van Blink. In de gewijzigde Gemeenschappelijke regeling waaraan gewerkt wordt, zal mogelijk een andere frequentie van evalueren gekozen worden dan de 3-jaarlijkse evaluatie.

 

Financieel belang

Conform de jaarrekening 2023 van Blink bedraagt onze bijdrage over 2023 € 2.270.000,-. 
De GR Blink beschikt niet over een eigen vermogen en de risico’s worden opgevangen door de deelnemende partijen. De resultaten voor de deelnemers worden jaarlijks afzonderlijk afgewikkeld.

 

Vennootschappen en coöperaties

Terug naar navigatie - NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag

NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag


Doel en openbaar belang

De BNG Bank is de bank van en voor (decentrale) overheden en instellingen op het gebied van wonen, zorg, onderwijs, energie en infrastructuur. De BNG Bank is betrokken partner voor een duurzamer Nederland. De BNG Bank stelt de publieke sector in staat maatschappelijke doelstellingen te realiseren.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Het betalingsverkeer van de BNG Bank richt zich specifiek op zakelijke klanten in de publieke sector. De BNG Bank biedt een volledig pallet aan zakelijke producten. Digitaal, efficiënt en veiligheid staan hierbij centraal.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Over het verslagjaar 2023 heeft de BNG een nettowinst gerealiseerd van € 254 miljoen. Dat is € 46 miljoen minder dan de nettowinst die een jaar eerder werd geboekt (in 2022 € 300 miljoen). Er wordt voorgesteld om € 120 miljoen aan dividend uit te keren (€ 2,16 per aandeel).    


Risico's

De BNG Bank is na de Staat een van de grootste emittenten van Nederland. Het door de bank uitgegeven schuldpapier heeft een credit rating AAA van Moody’s, en AA+ van Standard & Poor’s en AA+ van Fitch. Door deze topratings kan de BNG Bank tegen lage prijzen geld aantrekken op de geld- en kapitaalmarkt. Hierdoor kan de bank hun klanten lage tarieven bieden.

 

Afbreukrisico van geen deelname

n.v.t.

 

Alternatieven voor geen deelname

n.v.t.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door de aandeelhouders. Dit zijn uitsluitend overheden.

Als aandeelhouder: J. Pernot (wethouder).

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

 

Financieel belang

In principe wordt het dividend jaarlijks uitgekeerd en heeft het dividend betrekking op het voorafgaande boekjaar. De dividenduitkering is afhankelijk van de resultaten. De BNG streeft niet naar een maximaal, maar naar een redelijk rendement op het eigen vermogen.
De Staat is houder van de helft van de aandelen van de BNG. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.

Gemeente Nuenen bezit 1.755 aandelen à € 2,50 zijnde in totaal € 4.387,50. 

Over het verslagjaar 2022 heeft de BNG een nettowinst gerealiseerd van € 300 miljoen. Er is voor € 139 miljoen aan dividend uitgekeerd. Er is per aandeel € 2,50 (in totaal € 4.387,50) ontvangen.

Terug naar navigatie - NV Brabant Water te Den Bosch

NV Brabant Water te Den Bosch

 

Doel en openbaar belang

Brabant Water is het drinkwaterbedrijf dat aan 2,5 miljoen inwoners en bedrijven in Noord-Brabant drinkwater levert en ervoor zorgt dat de klanten altijd en overal in Brabant kunnen rekenen op zuiver en veilig drinkwater. Een verantwoordelijke taak, waarnaar gehandeld wordt. Brabant Water streeft niet naar winst, maar wel naar de beste kwaliteit en dienstverlening.
Brabant Water biedt naast drinkwater ook water op maat en gespecialiseerde diensten en advies aan.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Brabant Water is als drinkwaterbedrijf primair verantwoordelijk voor het waarborgen van de continuïteit van de waterlevering in haar voorzieningsgebied en de kwaliteit en druk van het geleverde drinkwater.


Veranderingen en ontwikkelingen

De watervraag neemt de komende jaren fors toe, terwijl we ook te maken hebben met klimaatverandering, drogere zomers, bodemverontreiniging, versnelde waterafvoer en concurrerende activiteiten in de ondergrond. Dit vraagt nog nadrukkelijker de aandacht voor de lange termijn. 
Om de levering van voldoende en betrouwbaar drinkwater voor de toekomst veilig te stellen, heeft Brabant Water haar koers bijgesteld. Zij zetten stappen op pad naar een robuust drinkwatersysteem en doen dit aan de hand van vier sporen: 
1. Duurzame bronnen
De belangrijkste bron voor drinkwater is grondwater. Daarom wordt actief ingezet op bronbescherming en wordt gezocht naar manieren om winningen beter in te passen in de omgeving.
2. Aanvullende bronnen
Om aan de groeiende drinkwatervraag te voldoen, is de inzet van aanvullende bronnen naast grondwater noodzakelijk. Mogelijkheden om drinkwater te maken van brak grondwater (dieper dan de huidige bronnen) en zeewater wordt onderzocht.
3. Duurzaam watergebruik
Voortdurend wordt aandacht gevraagd voor duurzaam watergebruik. Er wordt gecommuniceerd hoe waterbesparende technieken en innovaties toegepast kunnen worden.
4. Optimale inzet van eigendommen 
Het is noodzakelijk om meer te investeren in productielocaties en leidingnet.


Risico's

n.v.t.

 

Afbreukrisico van geen deelname

n.v.t.

 

Alternatieven voor geen deelname

n.v.t.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door de aandeelhouders. Dat zijn de provincie Noord-Brabant en 60 gemeenten.

Als aandeelhouder: M.J. Houben (burgemeester).

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

 

Financieel belang

De gemeente heeft een belang in Brabant Water N.V. van 22.246 aandelen à € 0,10 (dit geeft een totaal van € 2.224,60).

 

Stichtingen en verenigingen

Terug naar navigatie - Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond

Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond


Doel en openbaar belang

Het Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost is een samenwerkingsverband tussen gemeenten, (justitiële) overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Het doel is de verbetering van veiligheid en leefbaarheid in de 21 gemeenten in Brabant Zuidoost. Het is van belang om onderscheid te maken tussen het zorg- en veiligheidshuis als professionele netwerkorganisatie en het zorg- en veiligheidshuis als facilitator voor ketenpartners. Het landelijk kader richt zich specifiek op het zorg- en veiligheidshuis als netwerkorganisatie van verschillende partners in de zorg-, de strafrechtketen en gemeenten, gericht op een ketenoverstijgende persoons-, systeem- en gebiedsgerichte aanpak van, of advisering rondom, complexe problematiek. In de rol van facilitator biedt de netwerkorganisatie aan ketenpartners de mogelijkheid om werkplekken te huren in een kantoor. Het zorg- en veiligheidshuis Brabant-Zuidoost is in de kern een smalle organisatie. Haar professionaliteit ligt op het gebied van procesregie, advisering en informatievoorziening.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

De kracht van het zorg- en veiligheidshuis is een goede samenwerking tussen de verschillende organisaties om problemen op het gebied van veiligheid beter aan te pakken. Daarbij behouden alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden.
Problemen worden in een mix van preventie, repressie en zorg aangepakt. Zo wordt geprobeerd potentieel grote problemen klein te houden. De casussen worden aangepakt middels de werkwijze Casus Op Maat en de Persoonsgerichte Aanpak.
Daarnaast stimuleert en ondersteunt het zorg- en veiligheidshuis de gemeenten om in de toekomst gebruik te maken van het escalatiemodel in de zorg- en veiligheidsketen AVE (aanpak voorkoming escalaties) en dit lokaal te implementeren.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

In 2016 is de rechtsvorm van het Zorg- en Veiligheidshuis gewijzigd en is de Stichting Beheer en Exploitatie Veiligheidshuis Brabant Zuidoost opgericht. Besloten werd om hierin deel te nemen.
In 2016 is gestart met de methodiek Persoonsgerichte Aanpak (PGA) voor een effectieve aanpak van hotshots (kopstukken/-sleutelfiguren). Deze systeemaanpak richt zich op daders van HIC-feiten, problematische jeugdkopstukken en andere personen die via de driehoek als veiligheidsprobleem zijn aangewezen.
In 2016 is in het zorg- en veiligheidshuis de Expertisetafel Radicalisering ingericht. Dit overleg is beschikbaar voor ondersteuning, advies en COM-zaken voor de schaalgrootte Oost Brabant voor wat betreft signalen/cases met betrekking tot radicalisering.
Vanaf begin 2018 is de naam gewijzigd in Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost.

 

Risico's

Alle 21 gemeenten uit de regio nemen deel aan de Stichting en dragen daaraan bij.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Er kan dan geen gebruik worden gemaakt van de voordelen die het zorg- en veiligheidshuis kan bieden, zoals informatie, expertise en menskracht. Bepaalde organisaties hebben ook aangegeven geen capaciteit te hebben om deel te nemen aan overlegstructuren in alle afzonderlijke gemeenten.

 

Alternatieven voor geen deelname

De gemeente moet dan zelf meer regelen en kan geen beroep meer doen op inbreng van bepaalde maatschappelijke instanties en strafrechtpartners.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Samenwerking met politie, maatschappelijke en justitiële organisaties.

Alle gemeenten vaardigen een wethouder zorg of een burgemeester af als lid van het Algemeen Bestuur.
Het Algemeen Bestuur kiest uit hun midden weer – per basisteam – een wethouder zorg en een burgemeester als lid van het Dagelijks Bestuur. In 2018 werden de gemeenten die behoren tot het basisteam Dommelstroom vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur door voorzitter burgemeester P. Verhoeven (Heeze-Leende) en wethouder P.J. Looijmans (Geldrop-Mierlo) namens de gemeenten die behoren tot het basisteam Dommelstroom.

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

 

Financieel belang
Gemeentelijke bijdrage € 6.004,-

Terug naar navigatie - Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot

Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot

 

Doel en openbaar belang

Inkoopuitgaven maken een zeer groot deel uit van de jaarlijkse begroting. Door samenwerking kunnen gemeenten hun inkoop professionaliseren. Daarnaast vertaalt de kwaliteit van inkoop zich direct in de kwaliteit van producten, diensten en werken. Integer en efficiënt inkopen heeft een positieve uitstraling naar burgers, het bedrijfsleven en de eigen medewerkers. Goed ingerichte inkoopprocessen vergroten het vertrouwen van de samenleving in de manier waarop gemeenschapsgeld wordt besteed.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

De gewijzigde Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012) laat voldoende ruimte over om eigen beleid te voeren op het gebied van inkopen en aanbesteden. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid waarborgt de naleving van wet- en regelgeving, een doelmatige inkoop en bestuurlijke integriteit. Het inkoopbeleid gaat uit van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur: openheid, objectiviteit en zorgvuldigheid. Door gebruik te maken van objectieve voorwaarden, kunnen gemeenten de keuze voor een leverancier verantwoorden. Deze helderheid biedt ook voordelen voor ondernemers, die weten waar ze aan toe zijn.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Sinds 2013 hebben gemeenten te maken met de Aanbestedingswet 2012. Op 1 juli 2016 zijn de wijzigingen op de Aanbestedingswet 2012 in werking getreden. Hiermee zijn de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Door de wijzigingen in de Aanbestedingswet hebben we te maken gekregen met wijzigingen in de dagelijkse inkooppraktijk.

 

Risico's

Door deel te nemen aan BIZOB wordt het risico op juridische procedures door onjuiste inkoop- en aanbestedingstrajecten verkleind.

 

Afbreukrisico van geen deelname

De aansluiting bij BIZOB is een keuze voor continuïteit in organisatorische en personele zin voor de invulling van de inkoopfunctie. Naast het mislopen van de mogelijk gunstigere prijzen en/of hogere kwaliteit, ligt er een afbreukrisico op gebied van efficiencyverbetering, rechtmatigheid en een versterking van de expertise.

 

Alternatieven voor geen deelname

In plaats van aansluiting bij BIZOB kan ook gekozen worden voor het volledig intern invullen van de inkoopfunctie. Daarnaast kan een commercieel inkoopbureau worden ingehuurd om gelijksoortige ondersteuning te bieden.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Het verzorgingsgebied van BIZOB is ingedeeld in vier clusters, te weten: 1. BOV en De Kempen regio; 2. Dommelvallei+ en Peelgemeenten; 3. Noordoost Brabant; 5. A2 regio en overig publiek.
BIZOB is een stichting en wordt aangestuurd door de gemeenten en aangesloten organisaties. Het bestuur wordt gevormd door een afvaardiging van twee bestuurders per regio. De zittingsduur voor bestuurders is vier jaar. De voorzitter van het bestuur is een burgemeester en heeft een zittingsduur van zes jaar. Daarnaast worden twee secretarissen toegevoegd aan het bestuur. Tevens neemt vanuit elke aangesloten gemeente één bestuurder deel in de Vergadering van Aangeslotenen. 

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

 

Financieel belang

De bijdrage aan BIZOB bedraagt in 2023 € 241.612,-. Daarvoor zijn 354 dagen inzet geleverd. 

Tabel verbonden partijen

Terug naar navigatie - Tabel verbonden partijen
Verbonden Partijen Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2022 2022 2022 2023 2023 2023
Gemeenschappelijke regeling
Metropoolregio Eindhoven (MRE) 14.294.416 20.545.740 469.458 13.902.613 21.146.523 833.753
Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) 1.012.315 6.636.669 0 2.526.722 7.759.906 577.924
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) 2.251.206 37.894.467 474.023 4.049.062 28.271.925 1.797.857
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant Zuidoost (GGD) 5.465.000 29.778.000 412.000 6.980.000 34.315.000 1.290.000
Dienst Dommelvallei 549.884 5.277.000 216.000 689.000 2.956.000 139.465
Werkvoorziening de Dommel (WSD) 29.395 7.883.000 2.918.000 onbekend onbekend onbekend
Reiniging Blink nvt 3.694.030 nvt nvt 4.211.300 nvt
Vennootschappen en coöperaties
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 4.615.000.000 107.459.000.000 300.000.000 onbekend onbekend onbekend
Brabant Water 690.022.000 575.801 9.896.000 onbekend onbekend onbekend
Stichtingen en verenigingen
Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend
Bureau Inkoop en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) 976.745 1.209.552 613.915 1.302.202 1.973.315 943.507