Doel en openbaar belang
Per 1 januari 2015 is de Metropoolregio Eindhoven (MRE) actief als opvolger van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven ook wel de SRE. Het doel van de samenwerking binnen deze gemeenschappelijk regeling is het behouden van het kenmerkende innovatieve Brainportprofiel en het bevorderen van een stabiele sociale basis en vitale leefomgeving voor al onze inwoners. De belangrijkste opgaven voor de aankomende jaren zijn:
- de groei van de economie in goede banen te leiden waardoor meer inwoners in de regio profiteren van welvaart en welzijn
- het zoeken naar een nieuwe balans in het landelijk gebied waarbij de verbinding tussen landelijke en stedelijke gebied en de ruimtelijke en ecologische kwaliteiten in het landelijk gebied worden versterkt
We richten ons daarbij primair op een gezamenlijke aanpak van urgente opgave in de fysieke leefomgeving. Daarnaast geeft de MRE uitvoering aan het Stimuleringsfonds en dient als betaalautoriteit voor Brainport Development NV.
Tevens is het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) onder gebracht in deze gemeenschappelijke regeling. Het RHCe voert voor gemeenten wettelijk taken uit op het gebied van toezicht, behoud en openbaar maken van de cultuurhistorische informatie en is archiefbewaarplaats van de door onze gemeente en andere overheden in Zuidoost Brabant overgebrachte archieven.
Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
Het leven van onze inwoners speelt zich steeds meer af binnen de hele regio en beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. Binnen de regio is sprake van één daily urban system. Daarom is het logisch om op regionaal niveau met elkaar samen te werken, omdat we samen, als geheel, meer kunnen bereiken. Gezamenlijk bepalen we koers die vervolgens op subregionaal en/of lokaal niveau uitgewerkt en gerealiseerd kan worden. Vanuit de MRE-samenwerking wordt als één regio opgetrokken richting de provincie en het Rijk. Dit komt tegemoet aan de vraag vanuit het Rijk en de provincie om met een regio's afspraken te maken. Daarnaast zijn wij via de MRE-samenwerking vertegenwoordigd in de stichting Brainport en de triple helix. Deze stichting bepaalt de strategie van de ontwikkelingsorganisatie Brainport Development. Al deze partijen samen zijn een serieuze gesprekspartner voor het Rijk en de Provincie waardoor er gelden beschikbaar komen om de regionale opgaven gezamenlijk op te maken. Ook de Nuenense inwoners kunnen (indirect) profiteren van deze ontwikkelingen.
De gemeente brengt haar archief na verloop van tijd onder bij RHCe, voor zover deze documenten niet vernietigd (moeten) worden. Daardoor hoeven wij hiervoor geen eigen voorziening te treffen.
Veranderingen en ontwikkelingen
Metropoolregio Eindhoven
In 2023 is het geactualiseerde samenwerkingsakkoord 2023 - 2026 vastgesteld. Dit akkoord gaat uit van 2 complementaire ontwikkellijnen, namelijk: duurzame schaalsprong Brainport en nieuwe balans in het landelijk gebied. Deze lijnen dragen in samenhang bij aan de brede welvaart van de hele regio en haar inwoners. Brede welvaart is het perspectief bij het zoeken naar oplossingen voor opgaven in de regio. De volgende vijf hoofdopgaven worden onderscheiden:
- schaalsprong wonen en ruimte
- toekomstig mobiliteitssysteem
- een veerkrachtig economisch systeem
- vitaal landelijk gebied
- toekomstig energiesysteem
Door het nieuwe samenwerkingsakkoord verandert de rol en de positie van de MRE en de ambtelijke ondersteuningsorganisatie. Er is een doorontwikkeling ingezet van procesregie naar meer inhoudelijke regie met programmasturing op realisatie. In het voorjaar 2024 is een nieuwe directeur en manager Regionale Opgaven gestart die samen aan de slag zijn met de doorontwikkeling van de MRE-organisatie. Wij verwachten dat dit traject tot in 2025 doorloopt. De veranderende rol betekent ook iets voor onze samenwerking op subregionaal niveau binnen het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE). Samen met de 8 andere gemeenten binnen de SGE gaan we op zoek naar een nieuwe synergie tussen de beide samenwerkingen, zodat beiden samenwerkingen elkaar versterken.
Een ander ontwikkeling die we zien, is dat er steeds meer aandacht is voor brede welvaart waardoor er behoefte is om ook op onderwerpen binnen het sociaal domein samen te werken met 21 gemeenten. Of dit wordt opgepakt binnen de MRE-samenwerking of op een andere wijze, wordt na onze verwachting duidelijk in 2025.
Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Het RHCe in inmiddels op orde en besloten is dat het RHCe een dienstonderdeel blijft van de MRE blijft. In 2024 wordt een extern bedrijfsvoeringsonderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek worden openstaande vacatures in 2025 ingevuld.
Landgoed Gulbergen
De voorziening Gulbergen is nog niet afgewikkeld, omdat de voormalige stortplaats officieel nog niet gesloten is en de nazorg nog niet is overgedragen aan de Provincie Noord-Brabant. Het ziet er naar uit dat de nazorg van de stortplaats Gulbergen voorlopig niet aan de provincie wordt overgedragen in afwachting van onderzoek naar mogelijkheden om de toekomstige nazorgkosten te beperken.
In 2020 is de erfpacht afgekocht, waardoor de MRE weer volledige zeggenschap heeft over de gronden in het gebied. Begin 2024 is een ontwikkelvisie voor het landgoed vastgesteld en op basis daarvan is een ontwikkelstrategie opgesteld. De strategie geeft aan hoe de MRE wil komen tot een haalbaar plan om het gebied te kunnen ontwikkelen. Dit is een uitdaging, omdat mede is bepaald dat het ontwikkelen van het landgoed budgettair neutraal zou moeten zijn. In 2025 moet duidelijk worden of de ontwikkelvisie binnen deze randvoorwaarde uitgevoerd kan worden of dat de visie aanpassing behoeft.
Risico's
Op basis van de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen Metropoolregio Eindhoven (vastgesteld door Algemeen Bestuur in juli 2018) wordt bepaald wat de organisatie onder risicomanagement verstaat en welke uitgangspunten hierbij worden gehanteerd. Tevens is bepaald welke risico’s door de MRE worden gedragen en welke door de deelnemende gemeenten. Als uitwerking van de nota zijn voor de MRE-organisatie de risico’s in beeld gebracht, geclassificeerd en financieel inzichtelijk gemaakt. Jaarlijks worden bij het opstellen van de begroting en jaarrekening deze risico’s opnieuw beoordeeld.
In de begroting 2025 zijn de volgende belangrijkste risico's op concernniveau onderkend waaraan de benodigde weerstandscapaciteit is gekoppeld:
- het doelvermogen voor eeuwigdurende nazorg voor landgoed Gulbergen is ontoereikend;
- het nieuwe samenwerkingsakkoord leidt tot uitbreiding van taken voor de MRE-organisatie waar de organisatie qua personeel en middelen niet op is ingericht, het risico bestaat dat de externe financiering niet wordt gerealiseerd;
- bezuinigingen bij de gemeenten met als gevolg lagere gemeentelijke bijdragen;
- het niet kunnen invullen van vacatures waardoor externe inhuur noodzakelijk is.
Afbreukrisico van geen deelname
Het risico is dat de gemeente zich buiten sluit als zij niet deelneemt aan MRE. MRE is een belangenbehartiger van de regio en weet middelen bij anderen (veelal via cofinanciering) los te krijgen.
Alternatieven voor geen deelname
Naast MRE zijn er allerlei andere vormen van (gemeentelijke) samenwerking mogelijk. Zo werken de gemeenten Eindhoven, Helmond, Son en Breugel, Geldrop-Mierlo, Waalre, Veldhoven, Best, Oirschot en Nuenen op subregionaal niveau samen binnen Stedelijke Gebied Eindhoven. De agenda's van de beide samenwerkingsverbanden worden op elkaar afgestemd, zodat er geen sprake is van overlap.
Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant, zijnde de gemeenten: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Algemeen bestuur: M. van Toorenburg (burgemeester wn.) : J. Tesser (raadslid)
Raadstafel21: H. Bonnier en M. Spijkerman (beide raadsleden)
Portefeuillehoudersoverleg Economie: B. van Stiphout (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit: S. Löwik (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Transitie landelijk gebied: P. Kok (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Energietransitie: S. Löwik (wethouder)
Portefeuillehoudersoverleg Wonen en Ruimte: P. Kok (wethouder)
Commissie van Advies voor Financiën: B. van Stiphout (wethouder)
Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Structureel jaarlijks bij de kadernota (ter kennisneming), begroting (zienswijzeprocedure) en jaarrekening (ter kennisneming). Daarnaast wordt de raden via de 1e bestuursrapportage MRE geïnformeerd over de beleidsmatige uitvoering van het werkprogramma over de periode januari t/m mei en via de 2e bestuursrapportage over de financiële uitvoering van het werkprogramma over de periode januari t/m september. Tot slot wordt de raad ook tussendoor geïnformeerd over voor hen belangrijke ontwikkelingen en worden voor hen met enige regelmaat bijeenkomsten over specifieke thema's georganiseerd.